Friday, February 29, 2008

Verzorgen

Op een of andere manier wordt Dint vaak wakker met gigantische klitten achter op haar hoofd. Aangezien ze het vreselijk vindt als ik haar haren kam, is het nogal een onderneming zo vroeg in de ochtend. En soms laat ik het dan maar voor wat het is, een speldje doet wonderen.

Laatst zaten we weer in zo'n ochtend waarin alles net iets langer duurt dan wenselijk. En Dint had dreadlocks achter op haar hoofd. En ze wilde niet dat ik haar haren borstelde.

Dus, op de fiets, met klitten onder de muts.

s' Avonds aan tafel zag ik dat haar haren uitgekamd waren. Niet door Niels, niet door mij. Is dat de verzorgingsstaat?

Wednesday, February 20, 2008

Spelen


Midden in het winkelcentrum in Amsterdam-noord, ligt een hele grote gekleurde rups met gaten. Het is een van de vele moderne speeltoestellen die de stad telt. Een gewone schommel is nauwelijks meer te vinden. De rups ligt er opvallend, telt tientallen kleuren en is (dus) aantrekkelijk voor kinderen.

Er staat een vrouw naast. Voor haar staat een lege kar. Ze kijkt gehaast om zich heen. "Joeri, kom nou, we gaan." Er steekt een koppetje uit een van de gaten van de rups. Het vrolijke jongetje met een grote speen in zijn mond, verdwijnt na enkele seconden weer in de rups. De moeder kijkt weer om zich heen. "Mama gaat naar de Hema hoor". Geen koppetje te zien. Als het kind na een paar minuten uit de rups tevoorschijn komt, pakt de moeder het kind, propt het in de kar en rijdt met een huilende Joeri de Hema in.

Een andere vrouw loopt langs de rups met een speen in haar hand. Ze probeert het kind met de speen langs de rups te lokken, in de hoop dat ze niet wordt opgehouden omdat het kind zo graag in de rups wil spelen. Het mislukt. Het kind verdwijnt in de rups. Bummer.

Een ander kind rent eveneens op de rups af, de moeder sjokt er met een lege kar achteraan. "Ok, eventjes dan. Daarna gaan we brood halen". Na 2 minuten: "Kom, we gaan brood halen." Het kind dat voor de helft in de rups gekropen is schreeuwt: "Hou je kop". Moeder lacht schamper en kijkt even naar mij.

Dint zit op de wipwap naast de rups en kijkt naar wat er allemaal gebeurt, net als haar moeder. Ik voel de drang om te zeggen dat we gaan maar zeg niets. Heeft mijn generatie moeders geen tijd meer om hun kinderen te laten spelen?


Het is 17 uur. "Kom Dint, we gaan groenten halen."

Thursday, February 14, 2008

Bakfiets

Niels en ik zijn gezwicht: we hebben een bakfiets aangeschaft. Met twee kinderen (samen 20 kilo) boodschappen doen was gewoon niet meer te doen (helemaal niet als je streven is om één keer per week boodschappen te doen). Een rib uit ons lijf maar het is het geld dubbel en dwars waard. Louk zetten we in de maxicosi voorin, Dint op het bankje en in 2 minuten fiets je fluitend (7 versnellingen) de stad in. Dint lacht naar Louk, Louk lacht terug, en valt op een gegeven moment in slaap. Feest.
Het is wel wennen, een fiets die een meter voor je uit de bochten maakt die je met je stuur had ingezet. En die veel eerder dan normaal bij de hobbel aankomt dan je had ingeschat. En het wegzetten van dat joekel is natuurlijk een ramp, hopelijk het stelen ervan ook.
De reden dat we in eerste instantie niet zo'n ding wilde aanschaffen, was omdat we niet met 'dat yuppengedoe' mee wilde doen. Die fiets was zo gehypt, niks voor ons. Wel dus. En nu we er zelf één hebben, zie ik nóg meer van die bakken door de stad heen crossen dan voorheen. In plaats van dat ik denk: 'Wat een hype toch die bakfiets, het kan toch niet handig zijn', lach ik vriendelijk naar de mevrouw die het ding bestuurt, kijk ik hoe zij de maxicosi vastzet en hoe ze bochten van 180 graden maakt. Soms zeggen we zelfs wat tegen elkaar. Ik vind de ouders die een bakfiets hebben helemaal niet zo yupperig meer en veel toegankelijker. En dat ben ik zelf ook. Opeens moet ik aan de Hells Angels denken die elkaar altijd groeten, en de buschauffeurs. Ongelooflijk hoe een simpel element als je vervoersmiddel al het verlangen naar een groepsgevoel kan aanwakkeren.

Saturday, February 9, 2008

Weg

Deze week was ik een week van huis om zelf een opleiding te volgen over groepsdynamika. Een week helemaal voor mezelf, over mezelf en met mezelf in een andere groep. Ik had besloten niet heen en weer naar huis te rijden om de kinderen te zien en te voeden, maar met kolven mijn borstvoeding op peil te houden. Niels had de week vrij genomen om de boel thuis te runnen.
5 keer per dag zat ik aangekoppeld in mijn hotelkamer. Het hele hotel wist dat ik borstvoeding geef omdat er 5 keer per dag een flesje melk naar beneden kwam om in de ijskast van de keuken te zetten. Telkens als er iemand anders bij de receptie zat waar ik het flesje aan gaf, of als ik het overhandigde aan iemand van de keuken omdat er niemand bij de receptie zat, hoefde ik niets uit te leggen, iedereen wist meteen waar het over ging en zei: "Ik heb er al wat over gehoord". Wat dat dan was, dat weet ik niet.
Een van de receptionisten had zelf ook heel lang borstvoeding gegeven en lachte om het feit dat ik de melk van de hele week ging bewaren (zij gooide afgekolfde melk altijd weg). De hoteleigenaar lachte me ook toe, maar met een andere reden denk ik. Halverwegen de week heb ik TNT langs laten komen om de melk naar mijn huis de escorteren.
Tijdens een van de kolfmomenten belde ik even naar huis om Niels en Dint te spreken. Dint: "Mama piep piep doen". (piep piep refereert naar de piepjes die het apparaat maakt). "Mama koe". Scherper had ik het niet kunnen verwoorden. Het was intensief om als koe in training te zitten. Toch voelde het als vakantie.