Wednesday, November 4, 2009

t-r-e-i-n

Het is nog geen 7 uur in de ochtend en we zitten met het hele gezin in de trein: we gaan op vakantie. Dint en Louk zijn door het dolle heen, Ima slaapt, Niels en ik ook, in onze gedachte. De trein is al redelijk vol maar heel stil. Iedereen staart wat voor zich uit. Behalve Dint en Louk. Die rennen op sokken door de wagon heen en weer en kijken steeds over de stoelleuning naar achter waar een meneer zit die ze buitengewoon interessant vinden. Niels of ik grijpen in wanneer het echt te druk is, bijvoorbeeld als Louk keihard begint te schreeuwen of als Dint de meneer achter ons wakker wil maken wanneer deze eindelijk in slaap is gevallen.
De reis verloopt druk maar het gaat erg goed. Als we bijna in Brussel zijn, wijst Dint naar de verschillende letters op het raam.
"Welke letter is dit?"
"De S van Sander."
"En deze?"
"De E van Eten".
"En deze?"
"De T van Trein".
"En deze?"
"De I van Isa".
Een rustig fijn spelletje wat wel 10 minuten duurt. En na deze 10 minuten begint mij wat te dagen. De letters op het raam vormen samen een woord....
s-t-i-l-t-e